‘Dag mevrouw Stam,
Wat jammer dat u aan het miezemuizen bent geslagen aangaande mijn spellingsvaardigheid. En dat terwijl ik het toch heel heus met u voor heb!
Maar goed, een dame op leeftijd is natuurlijk niet buigzaam als riet, dat begrijpt een kind.
Wat fijn voor u, dat zich een derde vrind heeft aangekondigd! (…)
Ik hoop dat u uw Els zal vinden, mocht dat niet zo zijn dan ben ik er voor u om deze onmetelijke leegte op te vullen.
Wederom veel genegenheid gewenst van een oude vriendin.
De uwe, mevrouw van den Berg’
Ik schreef al eerder: ik ken dat hele mensje niet. Toch noemt ze zich ‘een oude vriendin’.
Onze Lieve Heer heeft vreemde kostgangers, zeiden mijn ex-schoonzus Els Stam en ik altijd tegen elkaar als we weer eens in De Gouden Haan zaten te smullen.
Misschien hebben we op zo’n moment mevrouw van den Berg wel eens gesproken.
Geen idee.
Toch vind ik het bijzonder aardig dat ze aanbiedt contact met mij te zoeken, als ik mijn ex-schoonzus niet vind.
Ik heb haar schrijven meermalen gelezen en begrijp daaruit dat ze heel goed in de gaten heeft dat ik een spannende tijd doormaak.
Ik ben een optimistisch mens, overtuigd van een goede afloop en denk daarom eerlijk gezegd niet dat ik mevrouw van den Berg ooit (weer) zal ontmoeten!
Het ga u goed, mevrouw van den Berg!!!
Mevrouw Stam
Plaats een reactie