Zaterdagmiddag, aan de wandel in de mooie Dordtse binnenstad, want mooi weer.
Gedachteloos loop ik de Grote Kerk in.
Het zou tijd worden.
Zodoende maak ik het laatste concert voor toeristen mee.
En wat schetst mijn verbazing?
De musici zijn een oud-buurjongen en zijn dochter.
Hij krijgt op zijn achtste zijn eerste orgelles, lees ik op het papier dat ik bij de ingang heb gekregen.
Hij weet van noten, pedalen, kwinten en kwarten als zijn jongste zusje, met wie ik wel eens wandelde, nog geen jaar is.
Nooit geweten.
Ik wist niet dat hij kinderen had, dus ook niet dat zijn dochter sinds haar vierde viool speelt.
Ik heb mijn ex-schoonzuster Els Stam weer heel wat te vertellen als ze terug is van vakantie, denk ik, terwijl zij de sterren van de hemel spelen.
Het is een mooi concert.
Dat kan ik horen.
Mijn buurjongen van acht heeft sinds zijn derde een gitaar.
Ik zal het zijn ouders nooit zeggen, maar kan ze op een briefje geven dat dat zijn cv nooit haalt.