Pakjesavond.
Zwarte Piet belt op.
Hij vraagt naar de jongste in ons gezelschap.
Die antwoordt ‘ja’, ‘ja’.
En: ‘Dat hoeft niet’.
Voor ik het weet, is de verbinding verbroken.
,,Wat zei hij?” willen we weten.
Dat we naar het huis van zijn andere oom en tante moeten gaan.
,,En wat vroeg hij, toen je zei: ’dat hoeft niet’?”, zeg ik.
,,Oh, of ik nog iets aan Sinterklaas wilde vragen.”
De hele avond spookt het door mijn hoofd.
‘Of ik nog iets aan Sinterklaas wilde vragen.’
De Pieten hebben weer zo hun best gedaan: bij elk pakje een gedicht.
‘Of ik nog iets aan Sinterklaas wilde vragen.’
Ze hebben de cadeautjes weer zo goed ingepakt; ze gaan nooit over één nacht ijs.
‘Of ik nog iets aan Sinterklaas wilde vragen.’
Pakjespiet, Bouwpiet, Dichtpiet, Letterpiet, Weetnietpiet en natuurlijk Sinterklaas hebben er weer voor gezorgd dat wij een Heerlijk Avondje hebben.
En Piet pakt – als klap op de vuurpijl – uit met zijn onovertroffen, jaarlijks terugkerend ‘Snit en Pietie’.
We zijn zo blij.
‘Of ik nog iets aan Sinterklaas wilde vragen.’
Waarom hij me nooit naar Spanje heeft meegenomen.
Dat is het, denk ik als ik mijn voordeur in het slot draai.