‘En hoé jarig ben je nú?’

2 jan

Mijn verjaardag was min of meer aan me voorbijgegaan tot mijn ex-schoonzuster Els Stam aanbelde met de beste wensen en felicitaties.
Ik was van plan geweest de jaarwisseling met ananasbeignets te beleven, maar besloot ver voor het nieuwe jaar naar bed te gaan, vertelde ik.

Dat was voor Els het teken dat ze over de drempel kon.
Voor ik het wist stond de koelkast open, riep ze ‘bedoel je deze?’ en zette ze alles klaar voor ‘gezellig, een bakkie troost’.

,,En hoé jarig ben je nú?”

Ik heb de laatste tijd wel eens gedacht dat ik een gezegend mens ben, omdat er in mijn hele bestaan nog geen dag is geweest dat ik heb hoeven zeggen dat het leven vanaf dan nooit meer hetzelfde zou zijn.

,,Nou,” zei Els, terwijl ze me maar aan bleef kijken. ,,Daar geloof ik helemaal niets van.”
Ze liep naar de keuken, riep ‘jij ook nog?’ en ging weer tegenover me zitten.
,,En als jij het niet zegt, zeg ik het.’’

,,De dag dat je mijn zwager trouwde.”
Ze staarde me aan.
,,Je huilde van geluk.”

Toen ook hij zijn ja-woord had gegeven, verschenen bij mij de tranen.
Dat had Els zich goed herinnerd.
De bruidegom had met de gelofte zijn belofte ingelost. Ik wist dat ik nooit meer zou hoeven werken.

Ik dacht aan mijn voorouders die ik nu al gemiddeld twintig jaar had overleefd, omdat ze gewoon bezweken. En aan de mensen die ik gekend had, die, veel jonger dan ik, waren overleden.

Maar ik knikte.
,,Zie je wel,’’ zei Els.

 

Plaats een reactie