Archief | maart, 2011

De mensheid ontvallen

27 mrt

,,Als het aan haar had gelegen, was ze de 150 gepasseerd, met haar kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, achterachterkleinkinderen en achterachterachterkleinkinderen.”
De tante van mijn buurvrouw was een aardig eind op weg geweest; ze had iets meer dan de helft van die minimumleeftijd bereikt.

In de kerk werd haar kist door heel haar oneindig nageslacht naar het altaar gereden.
Het bleef er staan – de mannen, de vrouwen, de meisjes, de jongens – toen de kaarsen werden aangestoken.

Ze werd gevierd, omringd door licht.

Ze was de derde in een paar maanden die de mensheid was ontvallen. ,,Dat vind ik echt,” zei mijn buurvrouw, toen mijn ex-schoonzuster Els Stam haar wenkbrauw blijkbaar weer eens had opgetrokken.

,,Stuk voor stuk mensen van wie je blij mag zijn dat je ze in meer of mindere mate gekend hebt.”

,,Wat heeft het eigenlijk voor zin om mensen op de wereld te zetten?’’ vroeg mijn buurjongen van negen, terwijl hij zijn kans schoon zag en nog een koekje pakte.
,,Waar zou het anders moeten?’’ zei Els.

 

Carnavalshit

7 mrt

,,Carnavalshit, carnavalshit! Het wordt echt steeds ordinairder,” zei mijn buurvrouw.
Dat vond ik ook.
Maar ik kon me niet voorstellen dat dat er had gestaan.

Had ze het verkeerd gelezen, zoals ik dat zo vaak doe?
Dat er bijvoorbeeld staat dat de diensten voor veelplegers beter worden geregeld?
Er kwam een ongekende woede in me op. Ik deed mijn best de wereld te begrijpen, toen ik het nog eens las.
Pas bij de derde lezing zag ik wat anders: verplegers.

,,Hoe ouder hoe gekker. Er zit gewoon iets niet goed in je hoofd,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam toen ik het haar vertelde.
Ze had gedeeltelijk gelijk.

Was het maar waar dat het gekker werd.

Dan was ik in de trein gesprongen, had me naar onder de Grote Rivieren laten meevoeren in een clownspak waar ik voor de spiegel al menig traan om had moeten laten, zo onherkenbaar was ik, en had ik me in het feestgedruis gestort voor ik was gaan vasten.
In plaats daarvan zit ik met mijn buurvrouw aan de thee en kan ik me niet voorstellen dat dat er stond.
,,Je wilt vast nog wel een kaakje,” zegt ze.