Archief | april, 2011

Hond gewonnen

30 apr

Het kostte me veel moeite, maar ik ben er na de televisieuitzending toch op uitgetrokken. Mijn ex-schoonzuster Els Stam had in alle vroegte gebeld dat ik zelf maar naar Koninginnedag moest gaan.

De stoet oranjegangers in auto’s en op fietsen leek oneindig toen ik op de stoep voor het zebrapad stond.
Ik dacht aan een familielid van Mario’s broer dat het defilé in de tuinen van paleis Soestdijk ‘mee had mogen maken’: zij en haar klasgenoten van de lagere school hadden uren buiten het hek moeten wachten voor ze langs de koningin mochten lopen. Hier was tenminste nog iets te zien.

Toen ik eindelijk was overgestoken, kwam de nog grotere drukte snel in zicht. Hoe dichter bij, hoe zekerder ik wist dat ik zo weer thuis zou zijn. Het was een mooie dag om in de tuin te zitten.

Op de terugweg kwam ik Betsy Baatsema tegen.
Het leven lachte haar toe, had ze even gedacht.

Ze haalde een gescheurd grijs kartonnetje met een paarse rand uit haar tas. In het grijze vlak bedragen en letters.
,,Kijk,’’ zei ze. Ze wees naar ‘€ 100’.
,,En daaronder?’’ Afgekort, vier letters.
,,Ik dacht echt dat ik een hond had gewonnen. Ze lachten me uit.’’

 

Draaimolenfiets

26 apr

Over de snelweg gaan is een levensgevaarlijke onderneming door mensen die zichzelf het eeuwig leven hebben toegekend.
Die zonder te kijken twee banen opschuiven en langzaam gaan rijden. ‘Ik ben lekker zeventig, tachtig, negentig, honderd en ik ga nooit dood.’

,,Ik krijg er altijd de zenuwen van, maar mijn ex-schoonzuster Els Stam kende mensen van wie de vrienden met Pasen weg waren en ze wist wel iemand die wilde rijden. Ze vond dat ik er even uit moest,” vertelde ik.

In het dorp was het niet anders. Gewoon doorrijden, voorrang nemen. ‘Ik kan niet meer zien, ik kan niet meer horen en dat wil ik ook helemaal niet, ik ben al twintig jaar met pensioen en dat blijft zo.’

,,Nog acht jaar en ik ben ook zo ver,’’ zei ik.
,,Welnee,’’ zei Els.
,,Jij ruimt eindelijk die vensterbank van je eens op en zet je stoel wat dichter bij het raam.’’

We vonden de sleutel van de schuur en stapten op de fiets.
We gingen ‘lekker uitwaaien’.

,,Heilloos,” zei ik na tien meter.
Van de zeven versnellingen werkte alleen de eerste.

Maar dat was volgens Els niet zo.

Ik trapte door op de draaimolenfiets, waarvan ik 56 jaar geleden al besloot dat het echt niet leuk was.

Ik had het haar niet moeten vertellen.

Mijn buurvrouw vond me zielig. Dat kon ik zien.

 

Reflectie

22 apr

Op een avond had Mevrouw Stam behoefte aan reflectie.
Het was mooi weer, ze liep de tuin in en overzag de weelde.
Ging zitten en bladerde naar de samenvatting.
Nu, dacht ze. Nu gaat het gebeuren.
Ze haalde diep adem.

‘Jij hebt onderbenen, ik bovenbenen.’

Sonore stem.
Immense stilte.
Geen voetstappen of iets.

Dagenlang dacht Mevrouw Stam aan de woorden die vanuit het niets over de schutting tot haar waren gekomen.

Er was geen touw aan vast te knopen, zei ze.
,,Niet alles heeft altijd betekenis.”

 

Kansloos

7 apr

Een week bezig geweest om synoniemen te vinden voor woorden als ‘ideaal’, ‘ambtsgewaad’, ‘naarling’, ‘wettelijk’ en ‘schaaldier’.

Op het nippertje de oplossing ingestuurd.
Via internet. Met angst en beven.
Want ik ben geen modern mens.

‘Bedankt voor het opsturen van de oplossing van de puzzel. In een volgende Boodschappen leest u wie de mooie prijs heeft gewonnen.’

,,Nou, dat weten we dan ook weer,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam die blijkbaar blij was dat er behalve een kop ook nog een staart aan mijn verhaal bleek te zitten.
,,Volkomen kansloos,” zei Els.