We besloten in het dal te blijven, de bergen waren ons te hoog.
Steeds opnieuw begonnen we te tellen, maar het lukte niet alle sterren in het vizier te krijgen.
Mijn ex-schoonzuster Els Stam wees naar rechts en zei dat haar voorouders net even van hun plek waren gegaan.
Ik zei dat het maar goed was dat niet al onze voorgangers dat tegelijkertijd deden. Er zou geen nacht meer zijn.
Ik moest er niet aan denken: met zijn allen altijd in het licht.
Geen stilte meer. Het leven dat er nu even niet meer was, dat dan tegen het raam staat te kloppen, voortdurend aan de telefoon hangt.
Het zou niet bij te benen zijn.
We hoorden een haastig paard hinniken in de wei waar we alleen koeien hadden gezien.
,,Dit is het paradijs op aarde,’’ zei ik.
,,Waar de vliegen doen alsof het het eerste het beste hongerland is,’’ zei Els.
Plaats een reactie