Archief | Uncategorized RSS feed for this section

Achter de rits

26 aug

Ik zou het niet bedacht hebben, maar mijn ex-schoonzus Els Stam stond er op.
Lekker bijkletsen in een tent.
,,We hebben nog steeds jaren in te halen.’’

Ik had het niet kunnen verzinnen.
Els wist een tent die we zo konden betrekken, nog dezelfde dag.
Vrienden hadden haar gebeld dat ze die voor haar zouden laten staan.

De volgende morgen gingen we naar het Hoge Noorden.
,,Niet te veel meenemen,’’ had Els gezegd.
Ze zag er naar uit.
,,Heerlijk, zoals je bijna zelf natuur wordt. Je gaat het meemaken.’’

We zaten uren in de trein, moesten een uur wachten op de bus en daarna nog drie kwartier lopen.

,,Kijk er nou gewoon eens naar,’’ zei Els toen we op het strandje stonden.
Ik deed mijn best, maar wilde alleen maar een stoel.
,,Heerlijk toch?’’

De tent was groot, we hadden elk onze eigen slaapkamer.

Daar zat ik bij die natuurlijke zandafgraving.
Net als al die andere witte stadsneuzen, die hun huizen ook vergrendelen met driedubbele sloten.

Daar zaten we tussen het katoen, achter de rits, heerlijk vrij te zijn.

Ik had me voorgenomen het niet te doen, maar stond mezelf toe al op de eerste avond met aftellen te beginnen.

 

Ratten

23 aug

We fietsen door de duinen, die bij het beschermde dorp horen.
Een immens gebied.
Mijn ex-schoonzus Els Stam fietst voor me.
De zon schijnt, het helmgras gaat alle kanten op, mee met de wind.

Geen enkele reden tot klagen.
En als die er wel zou zijn: Els trapt stug door.
Het was haar idee.

,,Hoorde je dat? Al die meeuwen?’’, zegt ze.
We zijn langs een tweede plas met krijsende luchtratten gereden.

,,Het is zeker voedertijd.’’

 

Broer

4 aug

Mijn ex-schoonzuster Els Stam en ik kwamen bijzonder vrolijk uit restaurant De Gouden Haan.
We hadden Mario ontmoet, helemaal uit Zuid-Amerika.

Hij zat aan een tafeltje naast ons, wachtte op niemand en we raakten aan de praat.

Hij ging na het diner op bezoek bij familie van zijn broer, zei hij.
Niet zijn echte broer, natuurlijk.
Zijn vriend.
Zoals Els en ik nu zijn zussen waren.

Ga mee, zei hij tegen Els en mij.

Dat kan toch niet, zei Els.
Onaangekondigd komen aanwaaien: dat doe je niet.
Dat vind ik ook, zei ik.

Maar dat wilde ik helemaal niet zeggen.

Vroeger nodigde ik nog wel eens spontaan mensen uit als ik naar een feestje ging, terwijl ze het feestvarken niet kenden.
Ga nou maar mee, geen probleem!

Het was gisteravond inderdaad een feestje geworden, daar in die tuin, hoorde ik vandaag van een kennis, die familie van Mario’s broer blijkt te zijn.

,,Dus als je je broer nog eens ontmoet, moet je zeker langskomen,’’ zei hij.
,,En als je eerst belt, kom je er niet meer in.”

 

Dode mus

29 jul

,,Bij de kleuters leer je met elkaar spelen en met elkaar omgaan.
En daar doe je dan twee jaar over!’’

Dat zei mijn buurjongen van zeven vanmiddag.
Na de zomervakantie gaat hij naar groep 5.

Hij speelde buiten.
Ik liep langs met de boodschappen, we raakten in gesprek.
,,Twee jaar!
Is dat niet een beetje lang?”

Hij kon er niet over uit.

Ik schrok van het dode vogeltje dat naast hem op de stoep lag.
Een echt heel erg dode mus.

Mijn buurjongen vond ook dat raar.
Hij pakte het, met blote handen.

,,Houtje, gevonden in het park,’’ zei hij.
,,Dat je dat niet ziet.”

 

Sterk punt

25 jul

We hadden hem eerder gezien, maar eigenlijk nooit gesproken.
Alleen ‘dank u’ gezegd, als hij langskwam met de hapjes van Pinguïn Catering.

Vrienden huurden hem geregeld in.
Hij was wat je noemt een vakman.
,,Sinds 1851,’’ grapten zij altijd. En hij knikte dan beleefd.

Vanavond zat hij aan een tafeltje bij het raam, in restaurant De Gouden Haan.
We herkenden elkaar meteen.
Bij die vrienden was hij nooit meer geweest, sinds het faillissement.
Wij ook niet.

Hij was nog steeds bij Pinguïn, vertelde hij, ook al ging het daar nu ook wat minder.

Hij maakte zich niet al te druk.
,,Ik ben geen personeel, ik ben meubilair. Mij kunnen ze niet ontslaan, mij kunnen ze hooguit bij het grof vuil zetten.’’

Hij vond het een vondst, dat kon je zien.
En wij moesten er ook hartelijk om lachen.

We constateerden dat hij een rasoptimist was.

Maar dat zagen we verkeerd, zei hij.
,,Ik heb een cursus Positief Formuleren gevolgd. Cynisme is één van mijn sterke punten.’’

Mijn ex-schoonzus Els Stam en ik vonden dat om te gieren.
Ik vroeg hem het te herhalen en schreef het op een bierviltje op.

,,Ik stuur de rekening wel,’’ zei hij.

 

Afgeschreven

21 jul

Soms weet je niet wat je moet zeggen.

Vanavond, in De Gouden Haan, ontmoetten mijn ex-schoonzuster Els Stam en ik de vrouw die ik eerder ontmoette: crisis op haar werk.
Ze had ‘Onvervangbaar’ gelezen.

Maar dat wilde ze helemaal niet vertellen, zei ze.
Ze wilde even laten weten hoe het verder was gegaan.

De emoties gierden door haar lijf, de laatste tijd.
Zo erg, dat ze zichzelf niet meer herkende.

Soms weet je niet wat je moet zeggen.
Maar dit begreep ik heel goed; zij is een van die onmiskenbare zonnetjes, die je op twee kilometer afstand nog herkent.

,,En weet u wat ik nou zo fijn vind?’’ vroeg ze.
Els en ik hadden geen idee.

,,De Gouden Haan.’’
,,Je weet gewoon dat het goed is.’’

We zouden haar daarom wel vaker tegenkomen, zei ze.
Nou, grapten wij, dat zal zeker.
Wij behoren tot het inmiddels afgeschreven meubilair.

 

Gekwetst

18 jul

We zaten buiten, op deze toch nog onverwacht mooie avond.
De dochter van een oud-buurvrouw was komen buurten.
Gezellig.

Hier te kort, daar te lang.
Ze vertelde.
Ze vertelde, vertelde, vertelde en vertelde.
Ze vertelde zonder haar stem te verheffen.

Ik vond het allemaal helemaal niet leuk voor haar.
,,Wat een ……., ………..!”, zei ze.

,,Buurvrouw!”

Buurman.
Aan de andere kant van de heg.

Of het wat minder kon.
Hij voelde zich gekwetst.

 

Gelukkig

18 jul

Zo kwaad was ze nog nooit geweest, zei de vrouw in de trein.
Ik was op weg naar America.
Ik zag er naar uit: op de Sjees zou ik een oude schoolvriendin ontmoeten.
Ik zag er ook tegenop.

Was ik maar doorgelopen.
Desnoods op het overvolle balkon gaan staan.
Maar ik kon alleen maar denken: ik heb een lange reis voor de boeg.
Ik moet zitten.

Zo kwaad was ze dus nog nooit geweest.
Ze was dus gewoon steeds kwader geworden.
Haar man had het ook al tegen haar gezegd: ‘zo kwaad heb ik je nog nooit gezien’.
Hij zei ook: ’Jij bent niet boos, jij bent razend’.

Zij vond dat hij dat dus heel treffend had verwoord.
Dat had haar woede enigszins getemperd.

,,Ik moet er uit,’’ zei ze, toen het perron van station Eindhoven langs het raam van de dubbeldekker schoof.
,,Ik vond het fijn om met u te praten.
Gelukkig zijn er nog mensen die kunnen luisteren.”

Het mooiste

16 jul

Soms weet je niet wat je er van moet denken.
Mijn ex-schoonzus Els Stam kwam een oude kennis tegen en ze besloten naar De Blauwe Broeck te gaan.

Opeens, vertelde Els, had hij haar indringend aangekeken.

,,Heeft uw huisje al een kruisje?’’, vroeg hij.
Ze had niet geantwoord.
,,Zo vraag ik dat altijd,’’ zei hij.

Hij pakte zijn linker revers, liet de voering van zijn colbert zien.
Ook zijn aktetas zat er vol mee, op keurige kartonnen bladen.

,,Ik vraag het altijd één keer. En dan zeg ik: wel eens in het zuiden geweest?’’
Els had geknikt.
,,Dat bedoel ik! Dan wéét u waar ik het over heb.
Gun het u zelf! Het hoort bij het leven!’’

Omdat Els niet kon kiezen, nam ze er zeven.
Ze legde ze neer op tafel, gisteravond in De Gouden Haan.
Niet mooi, niet lelijk.

Els’ tante in Postel gaat morgen in het verzorgingshuis wonen.
‘Voor het kleinste huisje het kleinste kruisje’, had ze gistermiddag gezegd toen ze met haar nicht de muren van haar vrijstaand huis leeghaalde.
,,Eén is voortaan genoeg. En dat is het mooiste.”

 

‘Je hoeft toch niet alles te weten’

13 jul

Ik kan me herinneren dat het woord ‘hartstikke’ er ineens was.
Van de ene op de andere dag.

Het was overal.
En ik wist niet hoe ik het moest schrijven.

Dus zei ik het alleen maar.
Ook dat paste eigenlijk helemaal niet bij mijn leeftijd.

,,Ieder zijn heug,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam vanavond in De Gouden Haan tijdens een weer heerlijk diner.
,,Je hoeft toch niet alles te weten.”