Het schemerde, toen ik gisteravond met kennissen op de Maasstraat stond te wachten.
De lucht was grijs in alle tonen en wit, met soms wat resten zonlicht.
Dat was mooi, boven die al jaren afgesloten braakliggende vlakte.
Alles leek te kloppen.
Ook de felle, felgekleurde verlichting van een eethuis in Zwijndrecht, aan de overkant van de rivier: De Andere Wereld.
We werden doorgelaten naar het haventje, voor de openingsvoorstelling van het Internationaal Poppentheaterfestival.
Daar lag het Fluitend Vlot, waarop Martien Groeneveld met zijn zonen een reis maakte. Over vijf meter, over de wereld, waar ze maar wilden.
Een watervogel reageerde op hun muziek.
Aan de andere kant van de haven was, waarschijnlijk nog voor het donker, Mädir Eugster met zijn groene ruimteschip bij de oude bomen geland.
Onze stoelen zakten weg in het zand, terwijl we naar zijn Tausendwasser keken.
Ik heb het formulier dat we van te voren kregen net weggegooid.
‘Verhoog de kwaliteit van het poppentheaterfestival in 1 minuut’ stond er boven.
‘Als het niet is gemeten, is het niet waar’, zei een buurman laatst.
Niet waar, niet gebeurd, niet mogelijk.
We vonden dat een onverdraaglijke constatering.