Ze zijn thuis

1 dec

Meneer is even weggelopen, mevrouw haalt koffie in de keuken.
Zodra ik ben langsgefietst is de een na de ander terug op zijn plek.
Aan tafel, waar de lamp brandt.

De lamellen hangen zoals ze altijd hingen.
Het licht schijnt zoals het altijd deed.

Ik weet het, het huis is zonder mensen.

Maar ze zijn thuis, want als ik langs rijd, is meneer even weggelopen en haalt mevrouw koffie in de keuken.

Want het licht brandt, boven de tafel.

Mijn ex-schoonzuster Els Stam is even stil.
,,Ik weet dat het niet kan en toch denk ik dat het zo is.”

Intocht

14 nov

Het is te lang geleden, zeiden mijn ex-schoonzuster Els Stam en ik tegen elkaar.
Dus togen we vanochtend naar de binnenstad, om Sinterklaas te verwelkomen.

Rijendik stonden de kinderen op de kade van de Kuipershaven, het Vlak en de Wolwevershaven.
Hun ouders net zo zenuwachtig als wij.
Daarom waren we ook niet al een uur van te voren gegaan; we zouden veel te lang moeten wachten.
,,Bij de intocht krijg ik zelfs voor de televisie nog tranen in mijn ogen,’’ had Els gezegd.

We konden hem niet zien, maar begrepen dat de man die het aan elkaar stond te praten en te zingen beroepsentertainer is.
,,Gelukkig luisteren kinderen toch anders,’’ zei een man naast ons.
Hij had een kleine Zwarte Piet op zijn schouders en een kleine Sinterklaas op zijn heup.
Haar mijter reikte tot halverwege de wang van haar vader.

Wat we ook niet zagen: Zwarte Piet die zijn middelvinger opstak.
Dat vond een omstander wel grappig, want we hoorden hem lachend vertellen dat hij er net een foto van had gemaakt.

,,Sinterklaas!’’, probeerde Els nog.

Thuis hadden we warme chocola en letters van banket.

 

Tante Tonny

10 nov

Zij was de tante bij wie je op de oprit in de auto nog snel je broek voor een rok verwisselde.
Dat was niet alleen ongemakkelijk, je deed het ook met een exclusief schuldgevoel.
Omdat De Mensen het wel eens zouden kunnen zien.
En dat alleen omdat zij geloofde, en de mensen geloofden, dat dat zo moest.

Ze kende haar eigenlijk niet zo goed, maar haar tante hoorde bij ‘de rokken en hoeden’ die we zondag weer langs zagen lopen.
,,Kijk,’’ zei ze, nadat ze net de koffie had ingeschonken. ,,Ik heb haar al jaren niet meer gezien, maar dat was haar soort mensen. Als ik hen zie, denk ik altijd dat ze haar moeten kennen. Ik heb altijd de neiging gehad te zeggen: doe haar mijn hartelijke groeten.’’

Haar tante was een van de vier zussen van haar vader.
Toen ze 80 jaar werd, tien jaar geleden, werd er een groot feest voor haar georganiseerd.
Het ging niet goed met haar, ze raakte ‘de werkelijkheid kwijt’.

Maar ze herkende nog iedereen, ook de neven en de nichten.
,,Die ogen”, zei ze. ,,Die onmiskenbare blik. Dat was mooi.”

Het feest werd gevierd in de kerk waar ze jaren had doorgebracht; haar man was er dominee.
Ze woonden er tegenover, in de pastorie. Hij hoefde op zondagochtend en zondagmiddag alleen maar de stille straat over te steken naar de kansel.

Ze maakte misschien wel het ergste mee dat een mens kan meemaken.

Haar man was beroepen en ze verhuisden naar hun nieuwe gemeenschap.
Ze hadden de dozen koud uitgepakt, toen de zondag van zijn inauguratie, eind maart 1985, aanbrak.
Wenste ze hem succes? Was hij zenuwachtig? Had hij tot diep in de nacht aan zijn preek gewerkt? Of had hij misschien een oude preek opgepoetst?

Er kwamen meer dan duizend mensen naar de kerk om de nieuwe dominee te horen preken.
‘Vacant’ had er jarenlang bij hun gemeente gestaan; ze hadden het als straf ervaren.
Zo ging het verhaal.

Hij begon zijn preek.
Zei: ‘Ichtus’.
En liet het leven.

,,Hij is in de houten broek gestorven,’’ zei ze.

Tante overleed in de nacht van vrijdag op zaterdag.

,,Hoe heette je tante?” vroeg ik.
,,Tante Tonny,” zei ze.

,,En je oom?”
,,Oom Jaap.”

 

Dat het bestaat

2 nov

,,Heb je zin in een verzetje?’’, had een buurvrouw gevraagd.
,,Waarheen?’’, vroeg mijn ex-schoonzuster Els Stam, toen ik haar uitnodigde.
Ik noemde het adres.
,,En verder weet ik het ook niet, want ik ben er nooit geweest.’’

Dat het bestaat, dacht ik.
Zo recht voor je ogen.
Wat een ellende.
Eigenlijk moest ik soms heel hard lachen, maar ik hield me in.

Dat het bestaat, dacht ik toen ik Els voor de derde keer haar hoofd zag afwenden.

Gewoon, hier in Dordrecht: ‘Sodome en Virginie’. Stichting Toendra.
Ik las het in de pauze op ons toegangsbewijs.

,,Ik moet echt even gaan zitten,’’ zei Els na afloop in de foyer.

,,Het was theater,’’ zei ik.

,,Weet je wat pas erg is?
Dat ik wereldvreemd ben.’’

Ik vertelde over de aanschaf van mijn mobiele telefoon.
Over hoe ik de Chinezen vervloekte dat de draadjes voor de koptelefoon niet even lang waren.
Dat ik diezelfde middag terugging naar de winkel.
Maar dat die gesloten was ‘om u morgen beter van dienst te kunnen zijn’.

 

Stadse boeren

25 okt

Wat kan het leven toch gezellig zijn.

Om de lieve vrede verontschuldigde ik me bij mijn ex-schoonzuster Els Stam, omdat ik laatst misschien onhebbelijk was geweest.
Zand er over, zei ik.
Ze had geen idee waar ik het over had.

Ik was uitgenodigd om bij de familie van Mario’s broer te komen eten.
Ik mocht iemand meenemen en dacht meteen aan haar.

Ze wilde weten wat we dan voorgeschoteld zouden krijgen.
,,Kun je niet zeggen dat de ‘r’ in de maand zit?”

We zaten met zijn vijftienen aan tafel.
Jong, oud, iedereen was in gesprek.

Els keek haar ogen uit.

Er waren twee soorten soep, er was salade, er waren taarten, er was een toetje.

Els at met lange tanden.

,,Ik vind haar een deftige dame,” zei de gastvrouw toen we het servies – op het oog ongebruikt – naar de keuken brachten.

,,Eigenlijk is zij de enige die weet hoe het hoort, in dit gezelschap van toch stadse boeren. Heb je een goede opvoeding genoten, dan weet je: dat bord hoeft niet leeg. Als ik niet beter zou weten, zou ik denken dat u familie van ons was.”

 

Diepvries

21 okt

Als je niet kunt lezen, is dat echt een handicap.
Ik weet niet of het niet kunnen lezen zonder bril dat benadert.
Ik betrapte me op de gedachte dat dat minstens zo erg is.
En misschien wel erger.

Diepvries gegeten.

Op televisie zei een vrouw dat het haar niet zoveel uitmaakte, wat ze at.
,,Al is het vijf broden en twee vissen.”
Ze stond op het punt om in Afrika goede werken te gaan verrichten.
Ik had liever de dagvangst uit de Noordzee op mijn bord gehad, dan de drab die blijkbaar – daar houd ik het maar op – te lang in de oven stond.

Op de radio hoorde ik een man – zeker vijf jaar jonger dan ik – vertellen dat hij maar op de muur hoeft te kloppen, ‘buurman, kom me helpen’ hoeft te roepen en hulp is onderweg.
Hij woont in een flat voor 50-plussers.
Ik niet.

Ik zou er zo kunnen gaan wonen.
Want is niets mis met mijn oren; ik neem de telefoon op als die nog geen fractie van een seconde heeft gerinkeld.
Ik zou er dus zo kunnen gaan wonen, want er is niets mis met mijn gehoor.

,,Waarom doe je dat dan niet?’’

Ik zei tegen mijn ex-schoonzuster Els Stam dat er werd aangebeld.
Dat ik haar nog wel zal bellen.

 

Tijd verdoen

16 okt

Nog niet zo lang geleden liepen mijn ex-schoonzuster Els Stam en ik op een zomerse zaterdagmiddag over de Voorstraat, toen er opeens allerlei mensen begonnen te zingen.
Het winkelend publiek bleef staan om te kijken.
Wij ook.

,,Vooruit dan maar,’’ zei Els.
Het bleek hun manier te zijn voorbijgangers uit te nodigen in het theatertje achter hen.
Els had het voor de zekerheid nog even nagevraagd; de voorstelling was inderdaad gratis.

Tien minuten later zaten we naar een leeg podium te kijken.
,,Wat denk jij?’’, fluisterde Els.
,,Moet dat stuk nog geschreven worden of zo?’’

Op dat moment kwamen vier serveersters het podium oplopen.

,,Het lijkt verdorie De Gouden Haan wel,’’ zei Els.
,,Hier ga ik mijn tijd niet aan verdoen.’’

Voor ik het wist, had ze de zaal verlaten.

We hebben daarna een mooi tochtje met de fluisterboot gemaakt.

Ik moest er aan denken omdat Els afbelde.
We zouden vanavond naar een Grieks restaurant gaan, maar ze zag er van af.

 

Afgang

14 okt

Je kunt de gekste dingen meemaken in je leven.
Er zijn van die mensen, die lopen er gewoon tegenaan.

Die vertellen daar in geuren en kleuren over.
Ze voeren je mee.

Dat heb ik nooit, dacht ik gisteravond.
Ik zou niet weten hoe.

Ik hoef nooit naar het begin van een verhaal te zoeken.
Ik hoef nergens uit te kiezen.

Ik was in gedachten verzonken op de bank van de buurvrouw.
Weer eens wat anders op een doordeweekse dag.

,,Afgaan,’’ zei mijn buurjongen van acht.
Zijn moeder had het geluid van de televisie uitgezet en teletekst opgeroepen.
Blijkbaar om haar zoon duidelijk te maken dat het bedtijd was.

Op een of andere manier voelde ik me aangesproken.
Ik was blij dat hij naar boven ging.

,,Afgaan,’’ herhaalde hij zorgvuldig toen hij de trap op liep.

,,Met g h .’’

 

Muntje

7 okt

Twee jaar geleden kreeg ik met Sinterklaas een winkelwagenmuntje.
‘Wat je bezit/ is op weg/ naar anderen’, stond er op.
Een tekst van Willem Hussem.

Mijn ex-schoonzuster Els Stam kreeg er ook een, vertelde ze vanochtend.
Ze had in de buurt boodschappen gedaan en stond opeens op de stoep.
Veel te vroeg, wat mij betreft.
Maar zij zei: ,,Moet ik hier wortel schieten of doen we nog een bakkie?’’

Els had het direct weggegeven.

Ik raakte het kwijt en was een tijd onthand.
Het duurde heel lang voor ik er niet meer naar zocht.

 

Ideetje

3 okt

Mijn ex-schoonzuster Els Stam en ik zijn nog steeds zoekende sinds de sluiting van restaurant De Gouden Haan.
Vanavond zijn we naar een Italiaans restaurant geweest.

Vlakbij de Grote Kerk, de pizza’s zijn er niet zo groot.
,,Dus als het ons niet bevalt, zijn we zo weer weg,’’ zei ik tegen Els, die er ook tegenop zag.

Halverwege mijn pizza schrok ik.
Aan een tafeltje voor zes zaten twee vrouwen te huilen.

Els vond dat ik het niet moest doen.
Ik liep er langzaam en zo onopvallend mogelijk langs.

De ene vrouw had buikpijn, hoorde ik haar zeggen.
De andere ook.
De tranen biggelden over hun wangen.

Een van hen was de vrouw die de laatste tijd vaker naar De Gouden Haan had willen komen.
Ze had tot haar verbazing voor een gesloten deur gestaan.

,,Van het lachen,” zei ze.
,,We zitten te janken van het lachen.”

En zo deed ik tijdens ons uitstapje een ideetje op.

Els en ik zouden eens wat anderen mee kunnen vragen.
Dat is wel zo gezellig.