Archief | juli, 2009

Dode mus

29 jul

,,Bij de kleuters leer je met elkaar spelen en met elkaar omgaan.
En daar doe je dan twee jaar over!’’

Dat zei mijn buurjongen van zeven vanmiddag.
Na de zomervakantie gaat hij naar groep 5.

Hij speelde buiten.
Ik liep langs met de boodschappen, we raakten in gesprek.
,,Twee jaar!
Is dat niet een beetje lang?”

Hij kon er niet over uit.

Ik schrok van het dode vogeltje dat naast hem op de stoep lag.
Een echt heel erg dode mus.

Mijn buurjongen vond ook dat raar.
Hij pakte het, met blote handen.

,,Houtje, gevonden in het park,’’ zei hij.
,,Dat je dat niet ziet.”

 

Sterk punt

25 jul

We hadden hem eerder gezien, maar eigenlijk nooit gesproken.
Alleen ‘dank u’ gezegd, als hij langskwam met de hapjes van Pinguïn Catering.

Vrienden huurden hem geregeld in.
Hij was wat je noemt een vakman.
,,Sinds 1851,’’ grapten zij altijd. En hij knikte dan beleefd.

Vanavond zat hij aan een tafeltje bij het raam, in restaurant De Gouden Haan.
We herkenden elkaar meteen.
Bij die vrienden was hij nooit meer geweest, sinds het faillissement.
Wij ook niet.

Hij was nog steeds bij Pinguïn, vertelde hij, ook al ging het daar nu ook wat minder.

Hij maakte zich niet al te druk.
,,Ik ben geen personeel, ik ben meubilair. Mij kunnen ze niet ontslaan, mij kunnen ze hooguit bij het grof vuil zetten.’’

Hij vond het een vondst, dat kon je zien.
En wij moesten er ook hartelijk om lachen.

We constateerden dat hij een rasoptimist was.

Maar dat zagen we verkeerd, zei hij.
,,Ik heb een cursus Positief Formuleren gevolgd. Cynisme is één van mijn sterke punten.’’

Mijn ex-schoonzus Els Stam en ik vonden dat om te gieren.
Ik vroeg hem het te herhalen en schreef het op een bierviltje op.

,,Ik stuur de rekening wel,’’ zei hij.

 

Afgeschreven

21 jul

Soms weet je niet wat je moet zeggen.

Vanavond, in De Gouden Haan, ontmoetten mijn ex-schoonzuster Els Stam en ik de vrouw die ik eerder ontmoette: crisis op haar werk.
Ze had ‘Onvervangbaar’ gelezen.

Maar dat wilde ze helemaal niet vertellen, zei ze.
Ze wilde even laten weten hoe het verder was gegaan.

De emoties gierden door haar lijf, de laatste tijd.
Zo erg, dat ze zichzelf niet meer herkende.

Soms weet je niet wat je moet zeggen.
Maar dit begreep ik heel goed; zij is een van die onmiskenbare zonnetjes, die je op twee kilometer afstand nog herkent.

,,En weet u wat ik nou zo fijn vind?’’ vroeg ze.
Els en ik hadden geen idee.

,,De Gouden Haan.’’
,,Je weet gewoon dat het goed is.’’

We zouden haar daarom wel vaker tegenkomen, zei ze.
Nou, grapten wij, dat zal zeker.
Wij behoren tot het inmiddels afgeschreven meubilair.

 

Gekwetst

18 jul

We zaten buiten, op deze toch nog onverwacht mooie avond.
De dochter van een oud-buurvrouw was komen buurten.
Gezellig.

Hier te kort, daar te lang.
Ze vertelde.
Ze vertelde, vertelde, vertelde en vertelde.
Ze vertelde zonder haar stem te verheffen.

Ik vond het allemaal helemaal niet leuk voor haar.
,,Wat een ……., ………..!”, zei ze.

,,Buurvrouw!”

Buurman.
Aan de andere kant van de heg.

Of het wat minder kon.
Hij voelde zich gekwetst.

 

Gelukkig

18 jul

Zo kwaad was ze nog nooit geweest, zei de vrouw in de trein.
Ik was op weg naar America.
Ik zag er naar uit: op de Sjees zou ik een oude schoolvriendin ontmoeten.
Ik zag er ook tegenop.

Was ik maar doorgelopen.
Desnoods op het overvolle balkon gaan staan.
Maar ik kon alleen maar denken: ik heb een lange reis voor de boeg.
Ik moet zitten.

Zo kwaad was ze dus nog nooit geweest.
Ze was dus gewoon steeds kwader geworden.
Haar man had het ook al tegen haar gezegd: ‘zo kwaad heb ik je nog nooit gezien’.
Hij zei ook: ’Jij bent niet boos, jij bent razend’.

Zij vond dat hij dat dus heel treffend had verwoord.
Dat had haar woede enigszins getemperd.

,,Ik moet er uit,’’ zei ze, toen het perron van station Eindhoven langs het raam van de dubbeldekker schoof.
,,Ik vond het fijn om met u te praten.
Gelukkig zijn er nog mensen die kunnen luisteren.”

Het mooiste

16 jul

Soms weet je niet wat je er van moet denken.
Mijn ex-schoonzus Els Stam kwam een oude kennis tegen en ze besloten naar De Blauwe Broeck te gaan.

Opeens, vertelde Els, had hij haar indringend aangekeken.

,,Heeft uw huisje al een kruisje?’’, vroeg hij.
Ze had niet geantwoord.
,,Zo vraag ik dat altijd,’’ zei hij.

Hij pakte zijn linker revers, liet de voering van zijn colbert zien.
Ook zijn aktetas zat er vol mee, op keurige kartonnen bladen.

,,Ik vraag het altijd één keer. En dan zeg ik: wel eens in het zuiden geweest?’’
Els had geknikt.
,,Dat bedoel ik! Dan wéét u waar ik het over heb.
Gun het u zelf! Het hoort bij het leven!’’

Omdat Els niet kon kiezen, nam ze er zeven.
Ze legde ze neer op tafel, gisteravond in De Gouden Haan.
Niet mooi, niet lelijk.

Els’ tante in Postel gaat morgen in het verzorgingshuis wonen.
‘Voor het kleinste huisje het kleinste kruisje’, had ze gistermiddag gezegd toen ze met haar nicht de muren van haar vrijstaand huis leeghaalde.
,,Eén is voortaan genoeg. En dat is het mooiste.”

 

‘Je hoeft toch niet alles te weten’

13 jul

Ik kan me herinneren dat het woord ‘hartstikke’ er ineens was.
Van de ene op de andere dag.

Het was overal.
En ik wist niet hoe ik het moest schrijven.

Dus zei ik het alleen maar.
Ook dat paste eigenlijk helemaal niet bij mijn leeftijd.

,,Ieder zijn heug,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam vanavond in De Gouden Haan tijdens een weer heerlijk diner.
,,Je hoeft toch niet alles te weten.”

 

Zeldzame volgorde

10 jul

Het is een boek dat ik in huis heb, zolang ik mij herinner.
Het is niet het best verkochte boek.
Niet het meest gelezen boek.
Misschien het meest geraadpleegde boek.

Nog nooit echt voor gaan zitten, dacht ik vandaag.
Ik begon bij het begin: het colofon.

‘Deze telefoongids is een combinatie van een telefoongids van KPN BV en een telefoongids van De Telefoongids BV. KPN BV is uitgever van het deel ‘De Telefoongids’ van deze telefoongids wat betreft de nummer-, naam-, adres- en woonplaatsgegevens. (…)’

In de Themawijzer de rubriek ‘Lief en Leed’.
Van begraven naar leven.

Een zeldzame volgorde.

 

Spreken in citaten

7 jul

Soms overkomt het je.
Vanmiddag ontmoette ik een man.

,,Het voordeel van mijn werk als barkeeper is dat het niet in China kan worden gedaan,’’ zei hij.
En: ,,Ik huil niet vaak. Ik huil regelmatig. Om films die ik zie.’’

Toen hij dat zei, wist ik het zeker: we zagen gisteravond dezelfde documentaire.
Hij sprak in citaten, toen we rond het middaguur een vorkje prikten in een restaurant aan de A16.

,,En als de nichten je neven blijken te zijn…’’
Hij keek me aan.

Echo-echo, schoot door mij heen.
Er was geen twijfel mogelijk: we hadden een gemeenschappelijke kennis!
Jaren geleden besloot ik die kennis, een Dordtenaar, nooit, maar dan ook nooit meer te willen spreken.
Hij was zo voorspelbaar, dat je je, murw, alleen maar mee liet voeren, tot je, zonder onbeleefd over te komen, de aftocht wist te blazen.
Doodmoe werd ik van die man.

En nu zat hij bij wijze van spreken tegenover me.
Ik maakte dat ik wegkwam.

Vanavond, in de Gouden Haan, vertelde ik het hele verhaal aan Els.

Ken je die van dat wegrestaurant?
Weg, restaurant.

 

Opkikker

4 jul

Ons is het zwijgen opgelegd: de dirigent houdt zich strikt aan de looptijd van het culturele seizoen.
De woensdagavond is daarom tegenwoordig niet meer dan een lege huls.
Waar je plezier in hebt, wordt je gewoon afgenomen.

Ik kwam deze week een van de tenoren tegen, die er echt heel somber onder was.
,,En nu is alles niets meer,’’ zei hij.

We spraken over vroeger. Over het moment dat hij wist dat hij nooit furore zou maken in de opera en zich op zijn werk stortte.
Over hoe het hem na al die jaren moeite had gekost zich bij ons koor aan te sluiten.
En over hoe hij aan dat koor was gaan hechten.

Ik moet zeggen, ik kikkerde er helemaal van op.

’s Avonds kwam ik hem tot mijn grote verrassing tegen in het Energiehuis, bij de voorstelling van Omsk.
We waren allebei onder de indruk van de beelden.
En trots op onszelf, dat we buiten ons boekje hadden durven gaan.
Op woensdagavond.