Het gebeurde in een zaal met een wand vol vlaggen. Ik leerde er een nieuwe wereld kennen.
Er blijft een man staan. Hij steekt zijn hand uit naar een andere man en kijkt rond.
Dat lijkt me ontzettend moeilijk en onbeleefd: iemand niet aankijken en er tegelijkertijd voor zorgen dat je zonder mis te grijpen stevig de hand van de ander pakt.
Rondkijken en ondertussen een gesprek aangaan, zodat iedereen die jou ziet, weet dat je hem te pakken hebt.
Er komt een man naast me zitten.
Hij wijst me die en die en die. En die, ook ambassadeur.
Hij verontschuldigt zich en loopt weg, want er is iemand die hij echt even moet spreken.
En vertelt daarna wat hij net hoorde.
De hele wereld is er bijna bij, zegt hij.
En die bijna-hele-wereld is stil als de musici inzetten.
Vijf kwartier pas op de plaats.
Er moet geluisterd worden.
Dat hoort er nu eenmaal bij.
Hij heeft zijn hart vastgehouden, zegt hij, toen hij zag dat er ook muziek van een nog levende componist te horen zou zijn.
Want er zijn grenzen, zegt hij.
Maar gelukkig zijn er hedendaagse componisten die die niet overschrijden.
,,Meestal is het niet om aan te horen.’’
Ik had mijn ex-schoonzuster Els Stam mee moeten nemen, denk ik.
Dan had zij hier gezeten en had hij haar welkom geheten in de wereld van de diplomatie.
Plaats een reactie