Archief | oktober, 2012

Windstil

29 okt

Het was drie dagen dag en nacht windstil.

Er waren in het donker twee konijnen langs gehupt. Terwijl je juist daar eekhoorns zou verwachten.

Alleen een man en een vrouw fietsten soms voorbij. En die zeiden niets.

Ik wist niet of ik er iets van moest denken.

Mijn ex-schoonzuster Els Stam wel.

,,Wat gaan we nou beleven!’’, riep ze voor ze de caravandeur dicht trok en zich vastklampte aan het aanrecht. Zo hard moest ze er telkens weer om lachen.

Sara

22 okt

,,Zo’n jonge vrouw nog en dan al Sara gezien,’’ zei mijn ex-schoonzuster Els Stam. ,,Het is toch wat.’’

We hadden een zondagse wandeling door de binnenstad gemaakt en waren in een horecagelegenheid aan de haven beland; Els vond dat we dat wel verdienden.

En zo kwamen we op het feest.

Toen wij vijftig werden, streken we onze mooiste jurk, trakteerden we onszelf op een nieuwe panty waardoor onze benen een beetje glommen en namen we ons voor er nog maar het beste van te maken.

Hier stond een vrouw met een strakke broek in strakke laarzen, die meedeelde dat ze net met de band ‘lekker gebast’ had; ze had basgitaar gespeeld, legde ze uit. Iemand met een moeder die veel jonger oogde dan wij en een vader die je zijn pensioen nog lang niet zou geven. En ze bleek ook nog eens een grote dochter te hebben.

,,Ik kijk mijn ogen uit,’’ zei ik.

Als ongenode gast vielen we van de ene verbazing in de andere. Zeker toen Saar ons wat te drinken aanbood. En later helemaal, toen ze ons uitnodigde voor het diner.

Mooi verhaal

19 okt

Ik ken iemand die eigenlijk nooit iets te vertellen heeft, omdat ze haar zorgen voor zich houdt.

Ze vertelde me een mooi verhaal.

Met een buurman was ze naar de wake voor zijn oom geweest. Boven de kist van de vriendelijke oude man hadden zijn dierbaren de oorkonde van zijn bijna levenslange lidmaatschap van de handboogschietvereniging gehangen. Naast zijn kist stond zijn handboog; het was een heel gevaarte. Een paar jaar geleden had hij voor het laatst geschoten, maar hij was nog geregeld bij zijn club op de koffie geweest.

Op de dag dat hij stierf, brak er een forse tak van de perenboom. De tak stond tegen de muur, vlakbij de klerenkast, naast zijn boog.

Een van zijn dochters had er een bloemstuk van gemaakt.

Aap

15 okt

,,Je lijkt wel een aap,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam.

Ik had dat ook wel eens gedacht, zo vaak als ik niet met mijn drie vingers plat en strak tegen elkaar op mijn schedel klop als ik mijn bril weer eens kwijt ben.

Het kan wel zo zijn, maar zo is het niet.

Langs de lijn zagen we laatst onze voorvaderen. Ze verhieven hun stem, duim onder de kin en vingers langs de neus. Bak patat in de andere hand. Sigaret. Of de linkerhand gewoon ferm in de zij.

De dappere nakomelingen lieten zich niet uit het veld slaan.

Ons zwijgen was een cadeau voor mijn buurjongen die onlangs elf jaar werd. Dat had zijn moeder bedacht.

Mooie herfstdag

10 okt

Ze keek me aan en had geen clou.

Dit heb ik eerder meegemaakt, dacht ik.

De vrouw heette me welkom. Ze wees me een stoel met bekleding die precies paste bij de vloerbedekking. De zonwering zat ongeveer tegen het smalle kantoorraam geplakt; het was hoogzomer.

Elke keer als ik ging verzitten, stootte ik mijn voet tegen het lage tafeltje. Ze keek op haar horloge. En nog een keer. En nog een keer. Als ik was weggegaan, had ze dat niet gemerkt.

Maar hier moest ik blijven.

De gastvrouw, een kennisje van mijn ex-schoonzuster Els Stam, had me net een gebakje voorgezet en kookte nog even melk voor in de koffie.

Het was een mooie herfstdag. De deuren stonden wijd open.

Twintig jaar Dierendag

4 okt

Het was voor het eerst, eigenlijk, dat ik op Dierendag dacht aan een buurvrouw die een kat heeft. Ze nam vanochtend het presentje in ontvangst, bekeek de bal waar snoepjes in zouden moeten, maar die had ze niet.

Twintig jaar geleden was Dierendag een gekke dag, vertelde ze. Ze had haar honden uitgelaten en een potje thee gezet. De televisie stond net weer aan toen een vriendin belde.

Of ze haar naar het verpleeghuis wilde brengen.

In de recreatiezaal waar ze koffie kreeg, vloog het ene na het andere vliegtuig de Bijlmer binnen.

Het was alsof niemand het zag, de brand die daar telkens op volgde.

Soms kwam haar vriendin even binnen en liep dan weer terug naar haar oom. Hij zocht naar woorden, was zijn spraak kwijt.

Mijn buurvrouw was die dag nog op tijd thuis om de honden een welverdiende tippel te bezorgen.

,,Heel typisch was dat,’’ zei ze.

Zestig decennia

2 okt

Mijn ex-schoonzuster Els Stam zegt dat ze zich gewoon vergiste.

De oudste van de familie van Mario’s broer was jarig en vierde dat groots. Ze had ons uitgenodigd, omdat ze nooit vergeten was dat wij ‘zo gezellig konden babbelen’.

Ze hield een mooie toespraak over de mensen in haar leven.

Zestig decennia geleden was ze ter wereld gekomen, riep ze in herinnering. De gasten lachten; ik weet zeker dat het niet bedoeld was om haar te wijzen op een fout.

,,Zelfs in oude geschriften komt het voor,’’ zei ik tegen Els toen we een paar dagen later een wandeling door het park maakten. ,,Maar dat weet jij waarschijnlijk niet; jij leest alleen maar boekjes.’’

Er blafte een hert.

Hoeveel echtgenoten en kinderen had deze vrouw wel niet overleefd? Hoeveel oorlogen, crises en moderniteiten? Zij is misschien wel de enige in het land die weet hoe het is om te leven in een republiek.

Ik was er de hele avond stil van geweest, maar dat was de jarige gelukkig niet opgevallen. Ze zei: ,,Tot een volgende keer.’’

Misschien komt het er nog eens van haar te vragen hoe ze tot nu toe alles heeft beleefd.