Als je van voren niet meer weet dat je van achteren leeft, wordt je tafel blijkbaar voor het raam gezet. Mijn ex-schoonzuster Els Stam wees me op alle gezichten achter alle ramen.
Verdieping na verdieping zat een man of een vrouw. Er leek een zekere regelmaat in te zitten. En nooit zat er een kind bij.
Heel soms dacht ik dat alle hoofden gelijktijdig eenzelfde kant op bewogen. Als er een auto langs reed. Of een vogel voorbij vloog.
,,Zie je dat? En nu kijken ze allemaal naar ons,” zei ik.
Els en ik hadden trek en waren op een bankje gaan zitten.
,,Laten we even niet bewegen.”
We vertrokken geen spier en staarden naar onze appel op schoot.
,,We zullen het waarschijnlijk nooit weten,” zei Els en nam nog een hap.