Draaimolenfiets

26 apr

Over de snelweg gaan is een levensgevaarlijke onderneming door mensen die zichzelf het eeuwig leven hebben toegekend.
Die zonder te kijken twee banen opschuiven en langzaam gaan rijden. ‘Ik ben lekker zeventig, tachtig, negentig, honderd en ik ga nooit dood.’

,,Ik krijg er altijd de zenuwen van, maar mijn ex-schoonzuster Els Stam kende mensen van wie de vrienden met Pasen weg waren en ze wist wel iemand die wilde rijden. Ze vond dat ik er even uit moest,” vertelde ik.

In het dorp was het niet anders. Gewoon doorrijden, voorrang nemen. ‘Ik kan niet meer zien, ik kan niet meer horen en dat wil ik ook helemaal niet, ik ben al twintig jaar met pensioen en dat blijft zo.’

,,Nog acht jaar en ik ben ook zo ver,’’ zei ik.
,,Welnee,’’ zei Els.
,,Jij ruimt eindelijk die vensterbank van je eens op en zet je stoel wat dichter bij het raam.’’

We vonden de sleutel van de schuur en stapten op de fiets.
We gingen ‘lekker uitwaaien’.

,,Heilloos,” zei ik na tien meter.
Van de zeven versnellingen werkte alleen de eerste.

Maar dat was volgens Els niet zo.

Ik trapte door op de draaimolenfiets, waarvan ik 56 jaar geleden al besloot dat het echt niet leuk was.

Ik had het haar niet moeten vertellen.

Mijn buurvrouw vond me zielig. Dat kon ik zien.

 

Reflectie

22 apr

Op een avond had Mevrouw Stam behoefte aan reflectie.
Het was mooi weer, ze liep de tuin in en overzag de weelde.
Ging zitten en bladerde naar de samenvatting.
Nu, dacht ze. Nu gaat het gebeuren.
Ze haalde diep adem.

‘Jij hebt onderbenen, ik bovenbenen.’

Sonore stem.
Immense stilte.
Geen voetstappen of iets.

Dagenlang dacht Mevrouw Stam aan de woorden die vanuit het niets over de schutting tot haar waren gekomen.

Er was geen touw aan vast te knopen, zei ze.
,,Niet alles heeft altijd betekenis.”

 

Kansloos

7 apr

Een week bezig geweest om synoniemen te vinden voor woorden als ‘ideaal’, ‘ambtsgewaad’, ‘naarling’, ‘wettelijk’ en ‘schaaldier’.

Op het nippertje de oplossing ingestuurd.
Via internet. Met angst en beven.
Want ik ben geen modern mens.

‘Bedankt voor het opsturen van de oplossing van de puzzel. In een volgende Boodschappen leest u wie de mooie prijs heeft gewonnen.’

,,Nou, dat weten we dan ook weer,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam die blijkbaar blij was dat er behalve een kop ook nog een staart aan mijn verhaal bleek te zitten.
,,Volkomen kansloos,” zei Els.

 

De mensheid ontvallen

27 mrt

,,Als het aan haar had gelegen, was ze de 150 gepasseerd, met haar kinderen, kleinkinderen, achterkleinkinderen, achterachterkleinkinderen en achterachterachterkleinkinderen.”
De tante van mijn buurvrouw was een aardig eind op weg geweest; ze had iets meer dan de helft van die minimumleeftijd bereikt.

In de kerk werd haar kist door heel haar oneindig nageslacht naar het altaar gereden.
Het bleef er staan – de mannen, de vrouwen, de meisjes, de jongens – toen de kaarsen werden aangestoken.

Ze werd gevierd, omringd door licht.

Ze was de derde in een paar maanden die de mensheid was ontvallen. ,,Dat vind ik echt,” zei mijn buurvrouw, toen mijn ex-schoonzuster Els Stam haar wenkbrauw blijkbaar weer eens had opgetrokken.

,,Stuk voor stuk mensen van wie je blij mag zijn dat je ze in meer of mindere mate gekend hebt.”

,,Wat heeft het eigenlijk voor zin om mensen op de wereld te zetten?’’ vroeg mijn buurjongen van negen, terwijl hij zijn kans schoon zag en nog een koekje pakte.
,,Waar zou het anders moeten?’’ zei Els.

 

Carnavalshit

7 mrt

,,Carnavalshit, carnavalshit! Het wordt echt steeds ordinairder,” zei mijn buurvrouw.
Dat vond ik ook.
Maar ik kon me niet voorstellen dat dat er had gestaan.

Had ze het verkeerd gelezen, zoals ik dat zo vaak doe?
Dat er bijvoorbeeld staat dat de diensten voor veelplegers beter worden geregeld?
Er kwam een ongekende woede in me op. Ik deed mijn best de wereld te begrijpen, toen ik het nog eens las.
Pas bij de derde lezing zag ik wat anders: verplegers.

,,Hoe ouder hoe gekker. Er zit gewoon iets niet goed in je hoofd,” zei mijn ex-schoonzuster Els Stam toen ik het haar vertelde.
Ze had gedeeltelijk gelijk.

Was het maar waar dat het gekker werd.

Dan was ik in de trein gesprongen, had me naar onder de Grote Rivieren laten meevoeren in een clownspak waar ik voor de spiegel al menig traan om had moeten laten, zo onherkenbaar was ik, en had ik me in het feestgedruis gestort voor ik was gaan vasten.
In plaats daarvan zit ik met mijn buurvrouw aan de thee en kan ik me niet voorstellen dat dat er stond.
,,Je wilt vast nog wel een kaakje,” zegt ze.

 

Leuk om te weten

18 feb

Mijn ex-schoonzuster Els Stam was terug van weggeweest. En dat moest gevierd worden, vond ze. ,,Ik kom wel naar jou toe. Je ziet me verschijnen.”

Het gaf me de hele dag een onbestemd gevoel. Moest boodschappen doen, maar wilde geen briefje ophangen, want dat zou ongenode gasten trekken. Durfde een verre jarige nicht niet te bellen, omdat ik het gesprek zou moeten afbreken als er werd aangebeld.

Tegen de collectant zei ik dat ik al jaren donateur was.
Tegen een buurvrouw dat het niet uitkwam.
Ik zwaaide naar een buurtbewoner die zijn hond uitliet.

Els nam me mee uit eten; ze had verwacht dat ik voor de maaltijd zou zorgen.

,,Leuk om te weten,’’ zei ze.
,,Leuk om te weten,’’ leidde ze een volgend onderwerp in.
,,Leuk om te vertellen, bedoel je,” dacht ik.
Ik besloot niets meer te vragen.

De ober vroeg of alles naar wens was.
Els vroeg de rekening.

 

‘En hoé jarig ben je nú?’

2 jan

Mijn verjaardag was min of meer aan me voorbijgegaan tot mijn ex-schoonzuster Els Stam aanbelde met de beste wensen en felicitaties.
Ik was van plan geweest de jaarwisseling met ananasbeignets te beleven, maar besloot ver voor het nieuwe jaar naar bed te gaan, vertelde ik.

Dat was voor Els het teken dat ze over de drempel kon.
Voor ik het wist stond de koelkast open, riep ze ‘bedoel je deze?’ en zette ze alles klaar voor ‘gezellig, een bakkie troost’.

,,En hoé jarig ben je nú?”

Ik heb de laatste tijd wel eens gedacht dat ik een gezegend mens ben, omdat er in mijn hele bestaan nog geen dag is geweest dat ik heb hoeven zeggen dat het leven vanaf dan nooit meer hetzelfde zou zijn.

,,Nou,” zei Els, terwijl ze me maar aan bleef kijken. ,,Daar geloof ik helemaal niets van.”
Ze liep naar de keuken, riep ‘jij ook nog?’ en ging weer tegenover me zitten.
,,En als jij het niet zegt, zeg ik het.’’

,,De dag dat je mijn zwager trouwde.”
Ze staarde me aan.
,,Je huilde van geluk.”

Toen ook hij zijn ja-woord had gegeven, verschenen bij mij de tranen.
Dat had Els zich goed herinnerd.
De bruidegom had met de gelofte zijn belofte ingelost. Ik wist dat ik nooit meer zou hoeven werken.

Ik dacht aan mijn voorouders die ik nu al gemiddeld twintig jaar had overleefd, omdat ze gewoon bezweken. En aan de mensen die ik gekend had, die, veel jonger dan ik, waren overleden.

Maar ik knikte.
,,Zie je wel,’’ zei Els.

 

Pijn maakt chagrijn

27 jun

‘Gaat het wel goed met je?’

Betsy Baatsema.

Dat had ik nooit verwacht, toen ik de enveloppe opende.

‘Ik heb je al zo lang niet gezien.’

Betsy Baatsema.
Ik kom haar liever niet tegen: pijn maakt chagrijn.
Dat weet ik omdat ik me haar verbeten gezicht zo voor de geest haal.
Dat heb jij nu en dan ook, had mijn ex-schoonzuster Els Stam pas gezegd.
,,Het groter perspectief én de nuance. Daar ontbreekt het jou de laatste tijd aan,’’ zei ze.
Ik gaf haar geen ongelijk.
Ik zei gewoon niets.

Els is net zo verrast als ik.
,,Schrijf je haar terug?’’, vraagt ze.

,,Je hoeft alleen je naam eronder te zetten,” zegt ze.
‘Beste Betsy,’
De aanhef alleen al stoort me.
,,Alles stoort je. Het is een kleine moeite. En verder zeg ik niets, want ik weet dat dat me gaat bezuren, Mevrouw Stam.’’

Ik reageer niet, ze zegt dat ze koffie voor me gaat zetten.
Het valt me op dat ze dit keer de keukendeur goed sluit.
Die is eindelijk eens dicht.

 

De Vierde Wand

18 mei

Mijn ex-schoonzuster Els Stam zet een bakje uit de Bona-serie op de grond bij het aanrecht, gaat op handen en knieën zitten, doet alsof ze eet.
Dan kruipt ze naar de dichte deur.
En wacht.
Ze draait zich om, kruipt naar me toe, draait nog eens en zet haar rechterhand op mijn rechtervoet.
Ze kijkt me indringend aan.

,,De kat. Zo’n beest kent geen Vierde Wand en hoeft dus niets los te laten. Maar doet dat in mijn geval wel. Heel verrassend,’’ zegt ze als ze het water opschenkt.

We waren op het amateurtheaterfestival Werk in Uitvoering. Els begreep helemaal niets van de begrippen die op de laatste avond voorbijkwamen.
De hele zondag heeft ze naar betekenissen gezocht. Ze is in haar nopjes.
,,Ik heb het zo beeldend mogelijk proberen uit te leggen.”

,,Zit je goed? Dan zal ik er nóg één doen. Ik heb namelijk een ontzettend acteursonvriendelijke tekst gevonden.”

Volgend jaar gaan we weer, zegt ze. Het was niet alleen leuk en gezellig, maar ook onverwacht leerzaam.

,,Misschien moet je eens wat vaker naar theater gaan,’’ zeg ik.

Dodenherdenking

5 mei

Mijn ex-schoonzuster Els Stam vindt het een verschrikkelijke gedachte.
Dat iedereen iedereen zou kunnen verraden.

We stonden bij Het Kruis, met honderden.
Hadden de tamboers al gehoord, toen we de straat in liepen.
We waren op tijd om de stoet te zien aankomen.
De burgemeester herkenden we direct aan zijn ambtsketen.

We waren op tijd voor de stilte.
Voor de stilte, met het tikkende voetgangerslicht.
De stilte waarin een hond blaft en een kind huilt.
De stilte waarin een vrouw opschrikt als ze wordt aangekeken omdat de telefoon die afgaat blijkbaar in haar jaszak zit.

Wat zou je doen, denk ik.
In buurten waar iedereen elkaar kende, werden mensen geholpen door mensen die ze kenden.
En werden mensen verraden door mensen die ze kenden.
Het gebeurde.

Het is de eerste keer sinds lange tijd dat Els en ik weer samen bij de dodenherdenking op het Sumatraplein zijn.
Gezamenlijk kennen we eigenlijk iedereen, behalve de nieuwe burgemeester, grap ik, op weg naar huis.

Els komt nog even koffie drinken.
,,Het was mooi en het was goed. Maar wat je net zei, had je gewoon niet moeten zeggen.’’