Over de snelweg gaan is een levensgevaarlijke onderneming door mensen die zichzelf het eeuwig leven hebben toegekend.
Die zonder te kijken twee banen opschuiven en langzaam gaan rijden. ‘Ik ben lekker zeventig, tachtig, negentig, honderd en ik ga nooit dood.’
,,Ik krijg er altijd de zenuwen van, maar mijn ex-schoonzuster Els Stam kende mensen van wie de vrienden met Pasen weg waren en ze wist wel iemand die wilde rijden. Ze vond dat ik er even uit moest,” vertelde ik.
In het dorp was het niet anders. Gewoon doorrijden, voorrang nemen. ‘Ik kan niet meer zien, ik kan niet meer horen en dat wil ik ook helemaal niet, ik ben al twintig jaar met pensioen en dat blijft zo.’
,,Nog acht jaar en ik ben ook zo ver,’’ zei ik.
,,Welnee,’’ zei Els.
,,Jij ruimt eindelijk die vensterbank van je eens op en zet je stoel wat dichter bij het raam.’’
We vonden de sleutel van de schuur en stapten op de fiets.
We gingen ‘lekker uitwaaien’.
,,Heilloos,” zei ik na tien meter.
Van de zeven versnellingen werkte alleen de eerste.
Maar dat was volgens Els niet zo.
Ik trapte door op de draaimolenfiets, waarvan ik 56 jaar geleden al besloot dat het echt niet leuk was.
Ik had het haar niet moeten vertellen.
Mijn buurvrouw vond me zielig. Dat kon ik zien.